Donkere dagen
Eind deze zomer liep ik in het bos. Het was een schitterende najaarsdag, een uurtje of vijf. Heldere, volle kleuren, de zon laag aan de hemel, nog een paar minuten en het zou beginnen te schemeren. De bladeren in allerlei tinten geel en rood, bijna lichtgevend door de zon. Ik liep op een smal bospaadje en terwijl ik naar boven keek zag ik het licht van de zon, dwars door de donkerheid van de bomen door. Het geluk stroomde door me heen bij het zien van het licht, de kleuren. Een geluksgevoel waar ik enkel de woorden ‘God’ voor heb. Misschien zijn er andere, passende woorden voor? Liefde, geluk, eenheid?
Daarna keek ik om me heen. Links en rechts van het pad stonden bomen, dicht bij elkaar. De zon scheen enkel door te toppen van de bomen, aan weerzijden van het pad was het donker. Ik zag de donkere silhouetten van de boomstammen en takken en daarachter niets dan zwart, duisternis. Het pad voor me werd verlicht van bovenaf, maar om me heen was niets dan duister.
Ook dát is een facet van het leven. Alles kent zijn keerzijde. Licht en duister, dag en nacht, blijdschap en verdriet… Niemand ontkomt eraan, het leven bevat altijd de beide zijden.
Maar ik bedacht me, zo mijmerend door het bos, zou het de uitnodiging zijn om zelfs in het donkerste hoekje het licht te zien? Soms lijkt het de eenvoudigste weg het donker te veroordelen of het verdriet niet te willen zien. Maar zou je zelfs daarin het licht, het positieve of de liefde kunnen herkennen?
Deze donkere dagen voor kerst kunnen ook deze uitnodiging bevatten. Ga eens kijken, in het duister, in je eigen donkere hoekjes. Want vind je daar, als je écht goed kijkt, uiteindelijk ook niet het licht? Brachten eerder ook al niet de donkerste dagen je de diepste inzichten? En is het juist niet dáárdoor mogelijk het diepste geluk te herkennen?
Die middag, lopend in het bos, nam ik me voor om ook op de donkere momenten het licht te gaan zoeken. Om zelfs daar in God te ontdekken.
Om in iedereen het lichtje te zien, waar we allemaal uit bestaan. En als het even lijkt uit te doven, als de wereld grauw en grijs lijkt… dan weet ik nu, wanneer ik ook dat donkere hoekje onder ogen ben gekomen, er weer een nieuw stukje licht overwonnen is.
Etty Hillesum omschrijft het zo mooi en inspirerend. Levend in de tweede wereldoorlog, het laatste deel van haar leven in een kamp, schrijft zij:
,,Dit is eigenlijk onze enige morele taak: in zichzelf grote vlaktes van innerlijke rust ontginnen, steeds meer rust, zodat men deze rust weer uitstralen kan naar anderen”.
Uit: ‘Dat onverwoestbare in mij’ van Etty Hillesum
Alline van der Meulen
Geschreven voor:
Nieuwsbrief Alline – Integrale Yoga, november 2019